r google-plus facebook twitter linkedin2 nujij Monitor Nieuwsbrief pdclogo man met tas twitter boek uitroepteken

Hervorming Stabiliteits- en Groeipact

eurobiljetten

In 1997 werd het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) ingevoerd. Het pact is bedoeld om de begrotingen van de EU-lidstaten op orde te houden. In 2020 heeft de Europese Commissie besloten de regels van het SGP stil te leggen omwille van de grote uitgaven die de lidstaten moesten doen als gevolg van de coronacrisis en later ook de oorlog in Oekraïne. Vanaf 2024 zal het SGP weer in werking treden, maar wellicht niet volgens de regels die voor de coronacrisis golden. De Commissie en de lidstaten willen tegen die tijd de begrotingsregels herzien hebben.

Na voorzichtig aftasten presenteerde de Commissie op 26 april 2023 een pakket voorstellen om het Stabiliteits- en Groeipact te hervormen. Die voorzien in meer maatwerk voor de lidstaten om schulden af te bouwen en bieden meer ruimte om te kunnen blijven investeren. Tegelijk pleit de Commissie voor strengere handhaving van de begrotingsafspraken.

De Commissievoorstellen zijn mede gebaseerd op afspraken in de Europese Raad van maart 2023, waarbij de regeringsleiders zich in grote lijnen konden vinden in wat toen nog voorlopige voorstellen waren. Het is een compromis tussen lidstaten die pleiten voor versoepeling van de begrotingsregels - met name de Zuid-Europese lidstaten en Frankrijk en België - en lidstaten die strenger willen toezien op de naleving ervan - zoals Duitsland en veel noordelijke en oostelijke lidstaten. Nederland zette traditioneel hard in op strenge naleving van de begrotingsregels, maar staat recentelijk meer open voor hervormingen.

1.

Probleemstelling

Volgens de regels van het SGP mag het begrotingstekort van de lidstaten niet boven de 3 procent van het BBP komen. Daarnaast mag de staatsschuld niet meer dan 60 procent van het BBP bedragen. Volgens critici zijn de begrotingsregels te ingewikkeld en de naleving ervan ongeloofwaardig. Dat komt doordat lidstaten weinig verantwoordelijkheid dragen en de controle beperkt is.

De begrotingsregels worden regelmatig niet nageleefd en tot nu toe zijn er geen consequenties geweest voor landen die de begrotingsnormen overschrijden. In 2016 bijvoorbeeld stelde de Europese Commissie dat in het verleden onder anderen Frankrijk, Spanje en Portugal geen sancties opgelegd kregen ondanks dat de landen niet actief zouden hebben gehandeld om hun hoge begrotingstekort te verlagen.

Bijzonder is ook dat landen die zich niet houden aan de begrotingsregels het recht hebben om in de Raad Economische en Financiële Zaken mee te stemmen over sancties die hun eigen land aan gaan. Daarmee kunnen ze sancties niet blokkeren; dat besluit wordt per meerderheid genomen.

Na de eurocrisis die eind 2009 uitbrak, was begrotingsdiscipline en handhaving het uitgangspunt van het Europese beleid rond overheidsfinanciën. Toen Griekenland tijdens de eurocrisis Europese steun nodig had, kreeg het die steun onder strenge voorwaarden. Voldoen aan de Europese begrotingsnormen kon alleen door flink te bezuinigen. Mede daardoor stortte de Griekse economie ineen.

Het beleid rond de begrotingsdiscipline veranderde toen in 2020 de coronacrisis uitbrak. De staatssteunregels werden tijdelijk versoepeld om de EU-lidstaten meer financiële ruimte te geven om bepaalde sectoren, zoals de zorg en de horeca, te kunnen ondersteunen. In 2022 werd de versoepeling verlengd vanwege de Russische invasie van Oekraïne. De gevolgen van de oorlog, zoals de hoge energieprijzen, leidden er volgens de Europese Commissie toe dat er geen sprake was van normale economische omstandigheden.

Vanaf 2024 zouden de begrotingsregels van het SGP weer gaan gelden. Daarom wil de Commissie de hervorming van het SGP in 2023 realiseren.

2.

Voorgestelde oplossingen

De Commissie-voorstellen van april 2023 bevatten een aantal elementen:

  • Het tempo waarmee landen hun staatsschuld moeten terugdringen, wordt individueel afgestemd per lidstaat. Dat is nu een vast percentage (5 procent van het teveel aan staatsschuld per jaar) voor alle lidstaten. Voor landen met hoge schulden betekent dat dat ze veel meer en harder moeten bezuinigen dan voor landen die maar net boven de norm uitkomen. Dat wordt een af te spreken percentage per land. Dat moet wel minstens 0,5 procent van het BBP bedragen.
  • Er moet ruimte zijn voor lidstaten om te investeren in de groene en digitale transitie. In de beoordeling van de plannen van de lidstaten voor de middellange termijn, zal de Commissie daar rekening mee houden. Per lidstaat worden in het kader van het Europees semester adviezen gegeven over het te voeren economisch beleid. Als groene en digitale investeringen leiden tot hogere uitgaven dan verwacht, zal daar rekening mee gehouden worden bij het beoordelen of landen zich aan de afspraken houden. Die investeringen kunnen immers helpen economische groei te stimuleren. Deze uitgaven worden wel meegeteld bij de totale overheidsuitgaven, ondanks het pleidooi van sommige lidstaten hier een uitzondering voor te maken.
  • In iedere lidstaat moet een onafhankelijke instelling beoordelen of die lidstaat zich aan de afspraken houdt. Dit moet de Commissie helpen bij haar taak als toezichthouder.
  • Wanneer lidstaten zich niet aan de afspraken houden, wordt er een procedure in gang gezet waarbij de lidstaat in kwestie duidelijk moet maken waarom de afspraken niet zijn nagekomen en wat de plannen zijn om alsnog aan de afspraken te voldoen. Blijft een lidstaat in gebreke dan kan de Raad van Ministers besluiten een boete op te leggen van 0,05% van het BBP. Iedere zes maanden kan de boete opnieuw worden opgelegd.
  • De mogelijkheid om een tijdelijke vrijstelling van de begrotingsregels bij crises zoals corona of de oorlog in Oekraïne te verlenen, blijft bestaan.

Krachtenveld in de EU

Er wordt met verdeeldheid naar de hervormingen gekeken. Duitsland voelt weinig voor de hervorming van de begrotingsregels en vindt het belangrijk dat er aan de huidige voorwaarden wordt vastgehouden. Het land is bang dat de Commissie te mild zal zijn in de handhaving. Frankrijk, aan de andere kant, wil liever minder strenge budgettaire spelregels vanuit de EU. Samen met Italië wil Frankrijk dat er meer rekening wordt gehouden met de economische context van de lidstaten. Daarnaast vinden ze dat er meer ruimte moet komen voor investeringen in een groene toekomst.

Nederlandse insteek

Terwijl Nederland en Duitsland beiden hoge voorwaarden stellen aan de hervormingsplannen die de Commissie heeft voorgesteld, is Nederland flexibeler. Volgens de Nederlandse minister van Financiën Sigrid Kaag moet er ruimte gecreëerd worden voor flexibiliteit en nationale schuldtrajecten. Effectief toezicht en het waarborgen van de naleving van gemaakte afspraken is daarbij wel een vereiste, volgens haar. Ook heeft ze zich positief uitgesproken over de uitgavenregel, waarmee uitgaven van Europese lidstaten jaarlijks maximaal met een bepaald percentage kunnen stijgen.

Minister van Financiën Sigrid Kaag stelde samen met de Spaanse minister van Economie in het voorjaar van 2022 een plan op voor de hervorming van het SGP. In het voorstel staat dat ze lidstaten meer tijd willen geven om hun staatsschuld te verminderen. De focus ligt hierbij op maatwerk per lidstaat, in tegenstelling tot de huidige ‘one size fits all’-benadering.

Nederland en Spanje staan daarom ook achter het voorstel om lidstaten zelf een voorstel te laten doen hoe ze hun schuld gaan verkleinen. Nederland positioneert zich daarmee tussen de lidstaten die strengere begrotingsregels willen en de lidstaten die voor een versoepeling pleiten.

Het Nederlandse kabinet is een voorstander van het behoud van de 3%-tekortnorm en de 60%-schuldnorm. Daarnaast staat het kabinet open voor ideeën om de regels over het nationale eigenaarschap te verbeteren. Dit hangt samen met het plan van meer maatwerk per lidstaat. Belangrijke uitgangspunten voor Nederland zijn transparantie en gelijke behandeling van de lidstaten.

3.

Besluitvorming

Nog vóór de Commissie formeel de plannen presenteerde in april 2023 zijn er uitvoerige debatten gevoerd met de lidstaten. Een voorlopig voorstel uit november 2022 gaf in grote lijnen aan waar de Commissie mee wilde komen. Dat kreeg groen licht van de ministers van Financiën en van de regeringsleiders op de Europese top in maart 2023. Hiermee lag de weg open om met een formeel wetsvoorstel te komen.

Het is uiteindelijk een pakket van meerdere wetsvoorstellen geworden. Die gaan nu naar de Raad van Ministers en het Europees Parlement. De Commissie heeft de Raad en het EP gevraagd om dit pakket met spoed te behandelen.

4.

Meer informatie

Terug naar boven