BRUSSEL/DAVOS (ANP) - De EU moet zichzelf "investerings- en innovatievriendelijker" maken. Ook moet Europa meer geld steken in haar eigen industrieën en vooral schone technologieën, vindt de voorzitter van de Europese Commissie1 Ursula von der Leyen2. Brussel is bereid hiervoor een speciaal nieuw fonds op te zetten en de staatssteunregels te versoepelen, zei de Duitse op het World Economic Forum (WEF) in het Zwitserse Davos.
Volgens Von der Leyen is dat nodig om de concurrentie van China en de VS, die hun eigen bedrijven zwaar subsidiëren, het hoofd te kunnen bieden. Met "onze Amerikaanse vrienden" is Brussel over een oplossing hiervoor in gesprek. Ze waarschuwde China. "We zullen niet aarzelen om een onderzoek in te stellen als we van mening zijn dat onze inkoop- of andere markten door dergelijke subsidies worden verstoord."
De discussie over hoe de EU moet concurreren met andere handelsmachten zonder de interne markt te verstoren, houdt de lidstaten al enige tijd bezig. Met name Frankrijk wil stevige actie en pleit voor het toestaan van "massieve staatssteun" voor strategische sectoren, zei minister Bruno Le Maire (Financiën) in Brussel.
Het dagelijks EU-bestuur heeft aangekondigd met voorstellen te komen maar wil graag eerst zoveel mogelijk neuzen dezelfde kant op krijgen. Eurocommissaris Margrethe Vestager3 (Mededinging) heeft een vragenlijst over herziening van de Europese staatssteunregels naar de lidstaten gestuurd, waarop ze uiterlijk 25 januari antwoord verwacht. Ze roept in haar brief op tot "een sterk Europees antwoord". Ze stelt ook voor een gemeenschappelijk fonds op te zetten om minder kapitaalkrachtige lidstaten te steunen. Volgens Von der Leyen zal dat nog wel "enige tijd" in beslag nemen.
Landen als Duitsland en Nederland zien weinig in een nieuw fonds, waar de commissie mogelijk opnieuw voor wil lenen op de kapitaalmarkt. Minister Sigrid Kaag4 van Financiën wilde in Brussel niet reageren op alle plannen. Nederland wil geen nieuw fonds terwijl er nog veel onbenut geld in Brussel ligt, maar wacht het commissievoorstel af. "We hebben nog geen eindpositie", zei ze.
Meer over ...
Delen
- 1.Deze instelling van de Europese Unie kan worden beschouwd als het 'dagelijks bestuur' van de EU. De leden van de Europese Commissie worden 'Eurocommissarissen' genoemd. Elke Eurocommissaris is verantwoordelijk voor één of meerdere beleidsgebieden. Momenteel zijn er 26 Eurocommissarissen. In principe is er voor iedere lidstaat één. Samen vormen zij het college van Eurocommissarissen. De Eurocommissarissen moeten het belang van de Europese Unie als geheel behartigen, niet dat van hun eigen land.
- 2.Dr. Ursula von der Leyen (1958) is vanaf 1 december 2019 voorzitter van de Europese Commissie. Zij is opgeleid tot arts en was werkzaam in een Vrouwenkliniek en als docent. Namens de CDU begon zij haar politieke loopbaan in de Landsdag en regering van Neder-Saksen. In 2009 werd zij Bondsdaglid en minister in het kabinet-Merkel. Achtereenvolgens was zij minister van Gezin en Jeugd, Arbeid en Sociale Zaken, en sinds 2013, van Defensie.
- 3.De Deense Margrethe Vestager (1968) is sinds 1 november 2014 lid van de Europese Commissie. In de Commissie-Von der Leyen heeft zij de portefeuille digitalisering (inclusief de agenda "Europa klaar voor het digitale tijdperk" en mededinging) en is zij vicevoorzitter. In de Commissie-Juncker was zij verantwoordelijk voor mededinging. Mevrouw Vestager was in 2011-2014 minister van Economische en Binnenlandse Zaken en vicepremier in het kabinet-Thorning-Schmidt. Eerder was zij fractievoorzitter van Det Radikale Venstre (sociaal-liberale partij) in het Deense Parlement en drie jaar minister voor Onderwijs.
- 4.Sigrid Kaag (1961) is sinds 10 januari 2022 minister van Financiën en viceminister-president in het kabinet-Rutte IV. Zij was eerder tot 29 mei 2021 minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en van 25 mei 2021 tot 17 september 2021 minister van Buitenlandse Zaken. Sinds 2020 is zij politiek leider van D66 en van 31 maart 2021 tot 10 januari 2022 was zij Tweede Kamerlid. Mevrouw Kaag was voor haar ministerschap diplomate bij de VN. Sinds januari 2015 was zij VN-coördinator in Libanon en daarvoor onder meer betrokken bij de VN-missie ter vernietiging van chemische wapens in Syrië. Eerder werkte zij onder andere bij de VN-organisatie voor Palestijnse vluchtelingen en bij UNICEF. Mevrouw Kaag begon haar loopbaan bij Shell en het ministerie van Buitenlandse Zaken.