Europese Commissie
Persbericht
Brussel, 14 november 2013
Staatssteun: Commissie keurt nieuwe regels filmsteun goed
De Europese Commissie heeft de criteria herzien die zij hanteert om steunregelingen van lidstaten voor films en andere audiovisuele werken aan de EU-staatssteunregels te toetsen. De nieuwe filmmededeling maakt het mogelijk om een ruimer aantal activiteiten te steunen, legt meer nadruk op de ruimte die lidstaten hebben om te bepalen welke culturele activiteiten steun verdienen, introduceert de mogelijkheid om meer steun te verlenen voor grensoverschrijdende producties, en steunt het cinematografische erfgoed. In de nieuwe mededeling heeft de Commissie de opmerkingen meegenomen die zij tijdens drie publieke consultaties van lidstaten en stakeholders heeft ontvangen.
Vicevoorzitter van de Commissie Joaquín Almunia: "Doel van deze herziene regels is dynamische audiovisuele creatie in Europa aan te moedigen en tegelijk de culturele diversiteit overal in de EU in stand te houden. De nieuwe mededeling biedt een gemeenschappelijk EU-kader voor de staatssteun die lidstaten verlenen, houdt rekening met de Europese dimensie van de audiovisuele sector en probeert de sector levensvatbaar en concurrerend te houden."
De nieuwe regels verruimen het toepassingsgebied van de filmmededeling van 2001 (zie IP/01/1326 ) die alleen voor staatssteun voor filmproductie gold. Nu kan voor alle fasen van een audiovisueel werk - van verhaalconcept tot vertoning aan het publiek - steun worden verleend. In beginsel mag de steunintensiteit voor films nog steeds maximaal 50% van het productiebudget bedragen. Voor distributie- en promotiekosten kan een zelfde steunintensiteit gelden. Coproducties die echter door meer dan één lidstaat worden gefinancierd, kunnen nu steun tot 60% van hun productiebudget krijgen. Daarentegen zijn er geen beperkingen voor steun voor het schrijven van scenario's of voor de ontwikkeling van een filmproject. Hetzelfde geldt voor moeilijke audiovisuele werken (wat een "moeilijk audiovisueel werk" is, moet iedere lidstaat, overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel, zelf bepalen).
Onder de nieuwe regels mogen lidstaten bij steunverlening aan audiovisuele werken nog steeds zogenaamde territoriale bestedingseisen opleggen aan de begunstigden van de steun. Dit soort restricties op de internemarktregels van de EU valt immers te verantwoorden omdat daarmee culturele diversiteit wordt bevorderd. Daarvoor moeten in de sector wel middelen en knowhow op nationaal of lokaal niveau in stand gehouden worden. De herziene regels zorgen ervoor dat dit soort territoriale eisen evenredig blijven aan die doelstellingen. Meer bepaald kunnen lidstaten eisen dat 160% van het bedrag dat aan steun wordt verleend, op hun grondgebied wordt besteed. Lidstaten kunnen als voorwaarde om steun te ontvangen ook eisen dat, ongeacht het steunbedrag, een minimumniveau aan productieactiviteiten plaatsvindt op hun grondgebied. Dit mag nooit meer dan 50% van het productiebudget bedragen. Hoe dan ook, de territoriale bestedingsverplichting mag - net als voordien - nooit meer dan 80% van het productiebudget bedragen.
De nieuwe filmmededeling onderstreept ook het belang van doelstellingen op het gebied van cinematografisch erfgoed: aandacht moet gaan naar het verzamelen, het bewaren en de toegankelijkheid van Europese films. De lidstaten moeten producenten aanmoedigen en steunen om een kopie van de gesteunde werken te deponeren met het oog op bewaring en specifieke vormen van niet-commercieel gebruik.
De lidstaten moeten binnen twee jaar hun bestaande steunregelingen in lijn brengen met deze nieuwe mededeling.
Achtergrond
EU-lidstaten verlenen naar raming 3 miljard EUR per jaar aan filmsteun: 2 miljard EUR aan subsidies en zachte leningen en 1 miljard EUR aan fiscale stimuleringsmaatregelen. Rond 80% van dit bedrag is bestemd voor de filmproductie. Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Italië en Spanje nemen het grootste deel van deze steun voor hun rekening.
De beoordelingscriteria voor staatsteun die sinds 2001 van kracht waren, zijn op 31 december 2012 afgelopen. Sindsdien is de Commissie nieuwe regelingen voor filmsteun rechtstreeks aan artikel 107, lid 3, onder d), van het Verdrag betreffende de werking van de EU blijven toetsen. Die bepaling biedt de mogelijkheid om steun te verlenen voor culturele doelstellingen. Waar mogelijk heeft de Commissie ook een beroep gedaan op haar beschikkingspraktijk, die op de filmmededeling van 2001 was gebaseerd.
In de nieuwe filmmededeling zijn de bijdragen meegenomen die zijn ingekomen tijdens de drie publieke consultaties. Die consultaties vonden plaats in 2011, 2012 en 2013 (zie IP/13/388 , IP/12/245 , MEMO/12/186 , IP/11/757 en de consultatiepagina ).
De volledige tekst van de nieuwe filmmededeling is beschikbaar onder:
http://ec.europa.eu/competition/state_aid/legislation/specific_rules.html
Een overzicht van de recentste staatssteunbesluiten die op internet en in het EU-Publicatieblad zijn gepubliceerd, is te vinden in de elektronische nieuwsbrief State Aid Weekly e-News
Zie MEMO/13/993
Meer over ...