Met Nederlandse families gaat het heel goed. 'We helpen elkaar veel, we zien elkaar veel en we staan voor elkaar open', zegt Pearl Dykstra, sinds kort hoogleraar Empirische Sociologie in Rotterdam. Ondanks alle aandacht voor het individualisme in Nederland en andere 'koudbloedige' landen in Noordwest-Europa blijkt de familieband over het algemeen warm te zijn.
Dykstra is geïnteresseerd in normale families, dus de tachtig procent van de bevolking waar je vrijwel nooit iets over hoort. Hoe gaan in verschillende Europese landen de opa's, oma's, vaders, moeders en kinderen binnen een gewone familie met elkaar om? De hoogleraar vergeleek de Nederlandse situatie met die in Oost- en Zuid-Europa. Die is bijvoorbeeld heel verschillend als het om de zorg voor ouderen gaat.
Zorg voor ouders
Ouderen in Nederland zeggen massaal dat 65-plussers eenzaam zijn, maar ook dat ze er zelf geen last van hebben. De overheden in Nederland en de Scandinavische landen zijn genereus in het aanbieden van ouderenzorg als thuiszorg en verzorgingshuizen. Daardoor staan de kinderen niet onder druk om persoonlijke zorg te geven als het slecht gaat met hun vader of moeder.
Maar de kinderen blijken hun ouders wel praktische zorg te bieden: ze helpen met de boodschappen, gaan mee naar de dokter, helpen met koken. We doen 'waar we het best in zijn,' zegt Dykstra.
Kleinkinderen en grootouders
In de zorg voor kinderen daarentegen lijkt Nederland helemaal niet op Scandinavië. Zaken als ouder- en vaderschapsverlof zijn in Noorwegen, Zweden en Denemarken veel normaler. Maar Nederlandse ouders schakelen ook niet dagelijks de grootouders in om voor de kleinkinderen te zorgen, zegt Dykstra.
Dat is ook niet nodig, want de meeste moeders in Nederland werken niet fulltime. Een overblijfsel van de langdurige traditie dat moeders thuis horen te blijven. Daarom gaat het minimumloon in Nederland nog steeds uit van het onderhouden van een partner en twee afhankelijke kinderen. In het Verenigd Koninkrijk, België, Duitsland en de Scandinavische landen is dat niet zo.
Harmonie
Gevolg van de iets grotere afstand tussen ouders en volwassen kinderen in de noordelijke Europese landen is dat familierelaties harmonieuzer zijn. In families in Zuid- en Oost-Europa komen vaker grote conflicten voor tussen de verschillende generaties. Ouderen voelen zich er minder gelukkig, maar ook minder eenzaam.
'Dat vinden mensen heel verrassend. Ja, wij noorderlingen zijn geïndividualiseerd, maar dat houdt niet in dat we anderen willen voorschrijven wat ze moeten doen.' Het gaat bij de kinderen om vrijwillige verplichtingen, legt Pearl Dykstra uit.
Hoge prijs
Ze ziet dat familieleden in het zuiden en oosten van Europa zich veel afhankelijker van elkaar opstellen, waarbij traditionele rolpatronen benadrukt worden. 'Vrouwen worden gedwongen zich terug te trekken uit de arbeidsmarkt, omdat voor oude ouders gezorgd moet worden.' Later betalen deze vrouwen hiervoor een hoge prijs, omdat ze nauwelijks pensioen hebben opgebouwd. 'Zo zie je: de familie zorgt heel sterk voor elkaar, maar de vrouwen zijn niet zelfstandig'.
Uiteindelijk voelt Dykstra het meest voor de levenswijze van de 'individualistische' Europeaan uit Noordwest-Europa. 'Autonomie betekent niet dat je niet om elkaar geeft en dat je niks voor elkaar doet. Het betekent wel dat je een grotere mate van economische zelfstandigheid hebt.' En dat de familieleden elkaar het huis niet uitvechten. Omdat ze niet zónder elkaar kunnen, maar ook niet mét elkaar.