Het koninkrijk Denemarken is één van de meest welvarende Europese landen. Het land heeft een overwegend landelijk karakter en de agrarische sector is belangrijk. Sinds 1973 is Denemarken lid van de Europese Unie (destijds Europese Gemeenschap), maar er bestaat veel 'euroscepsis'.
Zo werd het Verdrag van Maastricht aanvankelijk (in 1992) in een referendum afgewezen en werd in 2002, toen in elf andere EU-lidstaten de euro werd ingevoerd, de Deense kroon gehandhaafd.
De oorsprong van de Deense natie ligt bij de Vikingen, die van de negende tot de elfde eeuw hun stempel drukten op de Europese geschiedenis. Deense expedities uit die tijd, onder leiding van Erik de Rode en Leif Eriksson, leidden tot de ontdekking van IJsland en Groenland. Tot de achttiende eeuw was Denemarken de spil in de handel tussen Noord- en West-Europa.
Belangrijke Deense persoonlijkheden zijn de Nobelprijswinnaar Niels Bohr (één van de grondleggers van de atoomfysica) en Hans Christian Andersen, die de Europese literatuur verrijkte met sprookjes als de prinses op de erwt, het lelijke jonge eendje, en de rode schoentjes.
Belangrijke sportprestaties werden geleverd door het Deens voetbalelftal dat in 1992, met sterspelers als Elkjaer Larssen, Michael Laudrupp, Arnesen en Lerby, Europees kampioen werden. De badmintonspeler Hoyer Larsen won Olympisch goud bij het badminton. Deense sporters wonnen regelmatig Olympische medailles bij het baanwielrennen en het roeien; in 2012 was er ook goud bij het zeilen en in 2016 bij het handbal. Een bekende Deense wielrenner was Rolf Sörensen, die veel klassiekers won. Tennisspeelster Caroline Wozniacki bereikte in 2010 de nummer één-plaats van wereldranglijst.
Delen
Inhoudsopgave van deze pagina:
Sinds juni 2019 regeert een sociaaldemocratische minderheidskabinet onder leiding van Mette Frederiksen. Het kabinet heeft steun van vier partijen, zoals het links-liberale Radikale Venstre. Links won de verkiezingen van 6 juni 2019. Na de verkiezingen van juni 2015 vormde Lars Løkke Rasmussen een liberaal minderheidskabinet, dat kon rekenen op steun van drie centrumrechtse partijen. In november 2016 traden twee daarvan, de Liberale Alliantie en de Conservatieve Volkspartij toe tot het kabinet.
De Deense politiek werd lange tijd gedomineerd door de sociaaldemocraten (Socialdemokraterne, SD). In 1982 vormde de conservatief Poul Schlüter een centrumrechts minderheidskabinet van conservatieven (Det Konservative Folkeparti), liberalen (Venstre), centrumdemocraten (Centrum-Demokraterne) en christendemocraten (Kristeligt Folkeparti, nu Kristendemokraterne).
In de periode 1990-2001 waren de sociaaldemocraten opnieuw aan het bewind met kabinetten waaraan enige jaren ook radikalen (Det Radikale Venstre, DRV), en aanvankelijk tevens centrumdemocraten en christendemocraten deelnamen. Daarna regeerde tien jaar centrumrechtse minderheidskabinetten, met steun van de rechts-populistische Deense Volkspartij (Dansk Folkeparti). Premiers waren toen Anders Fogh Rasmussen, en sinds april 2009 Lars Løkke Rasmussen. In 2011-2015 regeerde een links minderheidskabinet van de sociaaldemocrate Helle Thorning-Schmidt.
Opvallend in de Deense politiek is de versplintering en het daarmee samenhangende probleem om een meerderheidskabinet te vormen. Het regeren met minderheidskabinet is regel en daarvoor gelden ook vrij strikte afspraken.
Denemarken is een constitutionele parlementaire monarchie. Net als in Nederland is de koning(in) onschendbaar en zijn de ministers verantwoordelijk. Een kabinet mag aanblijven, zolang het niet het vertrouwen van het parlement verliest. Meestal worden door twee partijen (of soms zelfs één partij) minderheidskabinetten gevormd, die met steun van één of twee andere partijen kunnen regeren.
Kiesstelsel
Sinds 1953 kent Denemarken een eenkamerstelsel. Het parlement (Folketing) telt 175 leden en daarnaast zijn er vier leden voor Groenland en de Faröer Eilanden. Ten minste iedere vier jaar zijn er verkiezingen. Van de parlementsleden worden er 135 in districten gekozen op basis van evenredige vertegenwoordiging. De overige veertig leden worden naar evenredigheid verdeeld via de landelijke verkiezingsuitslag. Er is een kiesdrempel van twee procent.
Denemarken kent referenda. In 2000 werd bijvoorbeeld invoering van de euro in een referendum afgewezen.
Partijen
Denemarken heeft een meerpartijenstelsel. Naast sociaaldemocraten, liberalen, conservatieven en populistisch-rechts zijn er links-liberalen (DRV), te vergelijken met D66); een eenheidslijst van Groenen; en linkse partijen, de links-socialistische SF (Socialistik Folkeparti), een partij die is te vergelijken met de SP, en de Liberal Alliance (rechts sociaal-liberaal). De conservatieve partij DKF is aangesloten bij de Europese Volkspartij. De kleine christendemocratische partij (niet in het parlement vertegenwoordigd) is verwant aan de ChristenUnie en is ook lid van de EVP.
Met name in de jaren zeventig was de rechts-liberale FP (Fremskridtspartiet), Vooruitgangspartij van Mogens Glistrup een belangrijke partij. Haar positie is overgenomen door de Deense Volkspartij waarvan Pia Kjærsgaard lange tijd de partijleider was.
Twee tamelijk jonge partijen zijn de 'groene' sociaal-liberale Alternativet (Het Alternatief), een afsplitsing van DRV, en de Liberal Alliance. Die partij ontstond in 2007 als klassiek liberale centrumrechts partij.
jaar |
SD |
SF |
DRV |
Ven |
DKF |
Rd- Gr |
CD |
KF |
FP |
DF |
NA |
Ov. |
datum |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1973 |
46 |
11 |
20 |
22 |
16 |
14 |
7 |
28 |
11 |
4 dec. |
|||
1975 |
53 |
9 |
12 |
42 |
10 |
4 |
9 |
24 |
7 |
9 jan. |
|||
1977 |
65 |
7 |
6 |
21 |
15 |
11 |
6 |
26 |
13 |
25 febr. |
|||
1979 |
68 |
11 |
10 |
22 |
22 |
6 |
5 |
20 |
5 |
23 okt. |
|||
1981 |
59 |
21 |
9 |
20 |
26 |
15 |
4 |
16 |
8 dec. |
||||
1984 |
56 |
21 |
10 |
22 |
42 |
8 |
5 |
6 |
10 jan. |
||||
1987 |
54 |
27 |
11 |
19 |
38 |
9 |
4 |
9 |
4 |
8 sept. |
|||
1988 |
55 |
24 |
10 |
22 |
35 |
9 |
4 |
16 |
10 mei |
||||
1990 |
69 |
15 |
7 |
29 |
30 |
9 |
4 |
12 |
12 dec. |
||||
1994 |
62 |
13 |
8 |
42 |
27 |
6 |
5 |
11 |
1 |
21 sept. |
|||
1998 |
63 |
13 |
7 |
42 |
16 |
5 |
8 |
4 |
4 |
13 |
11 mrt |
||
2001 |
52 |
12 |
9 |
56 |
16 |
4 |
4 |
22 |
20 nov. |
||||
2005 |
47 |
11 |
17 |
52 |
18 |
6 |
24 |
8 feb. |
|||||
2007 |
45 |
23 |
9 |
46 |
18 |
4 |
25 |
5 |
13 nov. |
||||
2011 |
44 |
16 |
17 |
47 |
8 |
12 |
22 |
9 |
15 sep. |
||||
2015 |
47 |
9 |
8 |
34 |
6 |
14 |
37 |
13 |
9 |
18 juni |
|||
2019 |
48 |
14 |
16 |
43 |
12 |
13 |
16 |
4 |
13 |
5 juni |
naam |
periode |
kleur |
partijen |
belangrijke ministers |
---|---|---|---|---|
Jörgensen I |
5 oktober 1972-18 december 1973 |
links |
SD |
BuZa: Børge Andersen |
Hartling |
18 december 1973-13 februari 1975 |
centrumrechts |
Venstre |
BuZa: Guldberg |
Jörgensen II |
13 februari 1975-30 augustus 1978 |
links |
SD |
BuZa: Børge Andersen |
Jörgensen III |
30 augustus 1978-26 oktober 1979 |
links |
SD |
BuZa: Christophersen |
Jörgensen IV |
26 oktober 1979-30 december 1981 |
links |
SD |
BuZa: Olesen |
Jörgensen V |
30 december 1981-10 september 1982 |
links |
SD |
BuZa: Olesen |
Schlüter I |
10 september 1982-10 september 1987 |
centrumrechts |
Venstre-DKF-CD-KF |
BuZa: Ellemann-Jensen |
Schlüter II |
10 september 1987-3 maart 1988 |
centrumrechts |
Venstre-DKF-CD-KF |
BuZa: Ellemann-Jensen |
Schlüter III |
3 maart 1988-18 december 1990 |
centrumrechts |
Venstre-DKF-DRV |
BuZa: Ellemann-Jensen |
Schlüter IV |
18 december 1990-25 januari 1993 |
centrumrechts |
Venstre-DKF |
BuZa: Ellemann-Jensen |
Nyrup Rasmussen I |
25 januari 1993-27 september 1994 |
centrumlinks |
SD-CD-DRV-KF |
BuZa: Helvig Petersen |
Nyrup Rasmussen II |
27 september 1994-30 december 1996 |
centrumlinks |
SD-CD-DRV |
BuZa: Helvig Petersen |
Nyrup Rasmussen III |
30 december 1996-23 maart 1998 |
links |
SD-DRV |
BuZa: Helvig Petersen |
Nyrup Rasmussen IV |
23 maart 1998-27 november 2001 |
links |
SD-DRV |
BuZa: Helvig Petersen 2000: Lykketoft |
Fogh Rasmussen I |
27 november 2001-18 februari 2005 |
centrumrechts |
Venstre-DKF |
BuZa: Møller |
Fogh Rasmussen II |
18 februari 2005-23 november 2007 |
centrumrechts |
Venstre-DKF |
BuZa: Møller |
Fogh Rasmussen III |
23 november 2007-5 april 2009 |
centrumrechts |
Venstre-DKF |
BuZa: Møller Fin: Løkke Rasmussen |
Løkke Rasmussen I |
5 april 2009-3 oktober 2011 |
centrumrechts |
Venstre-DKF |
BuZa: Møller 2010: Espersen |
Thorning-Schmidt |
3 oktober 2011-28 juni 2015 |
links |
SD-DRV-(SF, tot jan. 2014) |
BuZa: Søvndal 2014: |
Løkke Rasmussen II |
28 juni 2015-28 nov. 2016 |
rechts-liberaal |
Venstre |
BuZa: Jensen |
Løkke Rasmussen III |
28 nov. 2016-26 juni 2019 |
rechts-liberaal |
Venstre, LA, DKF |
BuZa: Samuelsen |
Frederiksen |
27 juni 2019-heden |
links |
SD |
BuZa: Kofod |
hoofdstad |
Kopenhagen |
---|---|
staatshoofd |
Koningin Margrethe II (vanaf 14 januari 1972) |
regeringsleider |
Premier Mette Frederiksen (vanaf 27 juni 2019) |
aantal inwoners |
5.860.520 |
1,1% van de EU |
---|---|---|
% van de bevolking jonger dan 15 |
16.57% |
|
% van de bevolking van 15 t/m 24 |
12.67% |
|
% van de bevolking van 25 t/m 54 |
39.03% |
|
% van de bevolking van 55 t/m 64 |
12.33% |
|
% van de bevolking ouder dan 65 |
19.42% |
|
gemiddelde levensverwachting |
81 jaar |
|
bruto binnenlands product (bbp) |
$289801000000E0 |
1,4% van de EU |
---|---|---|
bijdrage van landbouw aan bbp |
1.3% |
|
bijdrage van industrie aan bbp |
22.9% |
|
bijdrage van dienstensector aan bbp |
75.8% |
|
werkloosheid |
5.7% |
|
oppervlakte |
44.487 km² |
1,0% van de EU |
---|---|---|
laagste punt |
Lammefjord -7 m |
|
hoogste punt |
Mollehoj/Ejer Bavnehoj 171 m |
|
aantal zetels in het |
13 van de 754 zetels |
---|---|
gastland Europese |
Agentschap Europese Unie: Europees Milieuagentschap (EMA) |
prominenten in |
Europese Commissie: |