Het fiscaal beleid van de Europese Unie moet voorkomen dat bedrijven en instellingen profiteren van belastingregelingen in één lidstaat, die hen een oneerlijk concurrentievoordeel opleveren ten opzichte van bedrijven en instellingen uit andere lidstaten. Verder is het fiscaal beleid bedoeld om nationale belastingregels in te perken die obstakels kunnen vormen voor EU-burgers om in een andere lidstaat te werken. Het beleid moet dus verstoringen in de interne markt voorkomen.
Om dit te bereiken is enige coördinatie nodig van de belastingen die in lidstaten worden geheven. De EU probeert indirecte belastingen, zoals btw, waar nodig te harmoniseren. Ook stelt de EU de douanetarieven vast die geheven worden op importgoederen. De EU heeft geen bevoegdheden als het gaat om directe belastingen, zoals inkomsten- of vermogensbelasting. Daar beslissen de lidstaten zelf over.
Een belangrijke EU-discussie is de discussie over de belasting op techreuzen. De Europese Commissie heeft in dat kader aangegeven een belasting voor digitale bedrijven ('digitaks') te willen invoeren. Een voorstel voor deze Europese 'digitaks' kwam er vooralsnog niet. In plaats daarvan haakt de EU aan bij een breder, internationaal akkoord over de vennootschapsbelasting. Er komt een wereldwijd minimumbelastingtarief van 15%. Multinationals zullen belasting moeten betalen in de landen waar zij actief zijn en waar zij gevestigd zijn. Eind 2021 diende de Commissie de eerste voorstellen in om dit in wetgeving te gieten.
Delen
Inhoudsopgave van deze pagina:
Interne Markt
De EU streeft al sinds het Verdrag van Rome (1957) een interne markt na met vrij verkeer van kapitaal, goederen, diensten en personen. Uitwisseling tussen lidstaten moet zo min mogelijk hinder ondervinden van barrières. Dit zou volgens de Commissie de werkgelegenheid en het concurrentievermogen van de totale Europese interne markt positief beïnvloeden.
Douane
In 1994 heeft de Europese Unie alle douanewetgeving samengebracht in één wetboek, dat voor de gehele Unie geldt. Hiermee bepaalt de Unie de belastingtarieven die buitenlandse bedrijven moeten betalen op de import van producten. Verder bepaalt de Europese Unie de landbouwheffingen op producten uit derde landen en de producentenbijdragen voor bepaalde landbouwproducten.
Afschaffing bankgeheim
De EU-ministers van Financiën hebben afgesproken dat EU-landen zich vanaf 1 januari 2011 niet langer op het bankgeheim mogen beroepen wanneer de belastingdienst van een andere lidstaat om informatie vraagt. Het bankgeheim belemmert vaak het opsporen van belastingontduiking via buitenlandse rekeningen. Daarnaast is sinds 2017 het bankgeheim voor buitenlanders in de EU officieel afgeschaft. Hierdoor houdt de EU zich aan de wereldwijde standaard voor de automatische en grensoverschrijdende uitwisseling van informatie over inkomsten, opgesteld door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).
Eerlijke belastingheffing
'Digitaks'
In maart 2018 presenteerde de Commissie een voorstel om de heffing van winstbelasting op grote internetbedrijven, zoals Amazon, Apple, Facebook en Google, eerlijker te maken. Volgens het plan moeten bedrijven winstbelasting betalen in de lidstaten waar de gebruikers zijn. Volgens de oude vestigingsregel hoeft dit enkel aan de lidstaat waar zij gevestigd zijn. De vestigingsregel is volgens de Commissie achterhaald door het wereldwijde bereik van het internet.
In het voorstel zou een winstbelasting worden geheven wanneer een digitaal bedrijf meer dan 7 miljoen euro winst maakt in een lidstaat. Omdat het waarschijnlijk lang duurt voordat het voorstel is geïmplementeerd, stelt de Commissie een interimbelasting voor. Dit zou 3 procent winstbelasting zijn op bedrijven die wereldwijd minstens 750 miljoen euro winst boeken, waarvan minstens 50 miljoen euro binnen de EU.
Internationaal akkoord
De Commissie publiceerde op 22 december 2021 een voorstel om een minimum-tarief van 15% voor de vennootschapsbelasting. Hiermee geeft de Commissie gevolg aan een internationaal akkoord van 137 landen waar is afgesproken dat bedrijven eerlijker belast moeten worden. Landen die nu een lager tarief hanteren moeten dus een extra belasting heffen.
Ook wordt er gekeken naar hoe een bedrijf in zijn geheel wordt belast, om te voorkomen dat er door geschuif tussen bedrijfsonderdelen belasting kunnen ontwijken, maar ook om bijvoorbeeld pensioenfondsen niet dubbel te belasten. Er komen nog voorstellen om te regelen hoe bepaald en berekend wordt in welk land een bedrijf belasting moet betalen.
Subcommissie belastingfraude
Sinds september 2020 heeft het Parlement de permanente Subcommissie belastingvraagstukken (FISC). FISC is opgericht om de ECON-commissie inzake belastingen bij te staan en houdt zich bezig met de strijd tegen belastingfraude, belastingontduiking en belastingontwijking, evenals financiële transparantie op het gebied van belastingheffing.
De EU is op dit beleidsterrein constant in ontwikkeling. Onderstaand overzicht bevat voor u geselecteerde belangrijke recente, lopende Brusselse dossiers. Deze dossiers bevatten een compleet overzicht van documenten, stappen in het wetgevingsproces, data en gerelateerde wetgeving.
Benieuwd naar andere dossiers of interesse in het volgen van de ontwikkelingen op dit gebied? Bezoek de EU Monitor voor de mogelijkheden.
Bij besluitvorming op dit terrein spelen de Europese Commissie, de Raad, het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité een rol.
Europees orgaan |
Verantwoordelijke |
---|---|
Europese Commissie |
|
Parlementaire Commissie EP |
|
Parlementaire Subcommissie EP |
|
Nederlands lid Commissie EP |
Lid/leden Plaatsvervanger(s) |
Raad van de Europese Unie |
|
Nederlandse afvaardiging Raad van de Europese Unie |
Sigrid Kaag (D66), minister van Financiën Marnix van Rij (CDA), Aukje de Vries (VVD), staatssecretaris van Financiën |
De Commissie wordt bijgestaan door het Europees Begrotingscomité. Het Comité bestaat uit vijf leden, waarvan één voorzitter en wordt ondersteund door een secretariaat. Het Comité was een aanbeveling van het vijf presidenten rapport uit 2015.
Invloed nationale parlementen
Het Nederlandse parlement heeft ook een rol in de totstandkoming van Europees beleid. Dat kan formeel op twee manieren. Ten eerste controleert de Staten-Generaal de minister of staatssecretaris die naar de Raad van de Europese Unie gaat om over het onderwerp te praten. Daarnaast kunnen nationale parlementen van de lidstaten binnen acht weken nadat de Europese Commissie een voorstel heeft bekendgemaakt, laten weten dat de Europese Unie zich niet met het onderwerp zou moeten bezighouden, vanuit het zogenoemde subsidiariteitsbeginsel.
Vanuit het Nederlandse parlement zijn bij dit beleidsterrein betrokken:
Nederlands orgaan |
Verantwoordelijke |
---|---|
Tweede Kamer |
|
Eerste Kamer |
Betrokken bij wetgeving en uitvoering
Betrokken instantie EU |
Verantwoordelijke |
---|---|
Directoraat-Generaal |
Europese Unie
Algemeen overzicht EU
Factsheets Europees Parlement
Wetgevingsoverzicht