In de Europese Unie leven ongeveer 601,1 mln. consumenten. De interne markt heeft als gevolg dat de EU beleid ontwikkelt op de bescherming van de rechten van al deze consumenten. Gemeenschappelijke regels en voorwaarden moeten volgens de EU leiden tot een eerlijk speelveld. Burgers moeten garantie hebben dat producten in supermarkten en andere winkels gezond en veilig zijn en dat zij bij klachten een redelijke schadevergoeding kunnen krijgen.
De EU heeft een aanvullende en ondersteunende bevoegdheid als het aankomt op consumentenrechten. De primaire bescherming is een taak van lidstaten zelf, maar over grensoverschrijdende problemen voert de EU een eigen beleid. De competentie van de EU is gebaseerd op de Consumentenrechtenagenda van 2012. De belangrijkste doelstellingen in deze agenda hebben te maken met het ontwikkelen van bewustzijn van consumenten. Het Europees consumentenrechtenbeleid is er vooral op gericht een einde te maken aan het verschil in hoe consumentenrechten worden beschermd in de verschillende lidstaten. De EU probeert de rol van nationale wetgeving te verkleinen door regels en minimumeisen te stellen die in heel de Europese Unie gelden. Voorbeelden hiervan zijn de Algemene Verordening Persoonsgegevens voor de bescherming van persoonsgegevens en de zogeheten 'New Deal for Consumers' die allebei in 2018 van kracht zijn gegaan.
In november 2020 publiceerde de Europese Commissie de 'Nieuwe consumentenagenda' die tot doel heeft consumenten beter te beschermen. In dezelfde maand stemden het Europees Parlement en de Raad in met wetgeving die consumentenorganisaties of andere instanties in staat stelt collectieve vorderingen in te stellen tegen bedrijven die EU-wetgeving hebben geschonden op het vlak van bijvoorbeeld privacy, reizen, financiële diensten, energie of telecommunicatie.
Delen
Inhoudsopgave van deze pagina:
Doelstellingen consumentenrechtenagenda
In november 2020 kwam de Europese Commissie met een voorstel om de rechten van consumenten te herzien: de 'Nieuwe consumentenagenda'. Centraal daarin staan:
-
-groene transitie: consumenten moeten op basis van betrouwbare informatie een keuze kunnen maken voor duurzame producten
-
-digitale transformatie: consumenten kopen steeds meer online; ze moeten daarbij binnen de EU op dezelfde bescherming kunnen rekenen als in 'fysieke' winkels
-
-versterking van consumentenrechten: consumenten moeten overal in de EU hun rechten doeltreffend kunnen afdwingen en zo nodig (eventueel collectieve) schadeclaims kunnen indienen. Een voorstel met betrekking tot het mogelijk maken van deze collectieve claims werd in november 2020 door het Europees Parlement gesteund.
-
-inspelen op specifieke behoeften van bepaalde groepen consumenten: kwetsbare groepen consumenten (zoals kinderen, ouderen of gehandicapten) hebben extra bescherming nodig
-
-internationale samenwerking: ook bij aankopen buiten de EU (bijvoorbeeld bij online aankopen bij Chinese webwinkels) moet de veiligheid van producten gewaarborgd zijn
CE-markering
Een belangrijk gevolg van Europese consumentenrechtenbeleid is de CE-markering. Dit keurmerk is in 1992 opgericht en is nog altijd in gebruik. Deze markering laat zien dat een bepaald product voldoet aan Europese normen die daarvoor gelden. Voldoet een product aan de Europese minimumeisen op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu, dan komt het product in aanmerking voor het CE-keurmerk.
Voor elektrotechnische producten, gastoestellen, machines, persoonlijke beschermingsmiddelen en speelgoed is een CE-markering verplicht binnen de EU. Als deze producten geen CE-keurmerk krijgen, worden ze niet toegelaten tot de Europese markt. Producenten zijn zelf verantwoordelijk voor het onderzoek naar hun producten, maar zij mogen ook hun producten bij daartoe bevoegde instanties laten onderzoeken en keuren.
Online winkelen en bescherming van persoonsgegevens
Met de opkomst van het internet en de toename in online winkelen, nam ook de vraag naar meer bescherming voor consumenten bij aan- en verkopen via internet toe. Inmiddels is het Europees geregeld dat consumenten 14 dagen bedenktijd hebben na een online aankoop. De garantietermijn bij online aankopen is op twee jaar gezet. Verborgen kosten en heffingen zijn verboden en extra kosten voor het gebruik van een creditcard om te betalen mogen ook niet meer.
Het is voor de consument vaak onduidelijk wat er met zijn of haar data en gegevens gebeurt bij online winkelen. Sinds 25 mei 2018 is nieuwe Europese wetgeving van kracht, de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Hiermee worden overheden, bedrijven en organisaties verplicht aan te tonen welke persoonsgegevens ze verzamelen en hoe die worden gebruikt en beveiligd. De wetgeving geldt ook voor bedrijven van buiten de EU met Europese gebruikers, zodat EU-burgers zekerheid hebben dat alle bedrijven en organisaties op dezelfde manier met hun gegevens moeten omgaan. In een tijd waarin online consumeren steeds normaler is geworden, zijn die regels van groot belang voor de bescherming van burgers.
In 2019 werden richtlijnen aangenomen die de levering van digitale inhoud, zoals films en apps, en de online verkoop van goederen moeten harmoniseren. Hiermee moeten grensoverschrijdende aankopen eenvoudiger worden.
Begin
Het idee van een Europees consumentenbeleid ontstond halverwege de jaren zeventig. Op de top van Parijs in 1972 spraken de staatshoofden en regeringsleiders hier voor het eerst over. Kort daarna stelde de Europese Commissie haar eerste actieprogramma voor de bescherming van de consument op. Sindsdien heeft het Europees consumentenbeleid zich ontwikkeld tot een veelomvattend en uitvoerig beleidsterrein dat een garantie op veilige, gezonde en eerlijke producten in de EU nastreeft.
-
2007-2013 Actieprogramma Consumentenbescherming
Het Actieprogramma Consumentenbescherming dat liep tusssen 2007 en 2013 had tot doel lidstaten te ondersteunen bij de bescherming van consumenten op het gebied van gezondheid, veiligheid en rechtspraak. Daarnaast richtte het programma zich op de stimulering van het recht op voorlichting van consumenten en het recht van verenigingen om hun belangen te behartigen.
De activiteiten die de Europese Unie ontwikkelt op het terrein van de consumentenrechten worden ontplooid in het kader van de gewone wetgevingsprocedure. Dit houdt in dat de Europese Commissie, de Raad en het Europees Parlement alle een grote rol spelen in het besluitvormingsproces.
De Europese Commissie betrekt adviezen bij het Economisch en Sociaal Comité, een adviesorgaan waarin bijvoorbeeld de Nederlandse Consumentenbond is vertegenwoordigd.
Europees orgaan |
Verantwoordelijke |
---|---|
Europese Commissie |
|
Parlementaire commissie Europees Parlement |
parlementaire commissie Interne Markt en Consumentenbescherming |
Nederlands lid commissie Europees Parlement |
Lid/leden Plaatsvervanger(s) |
Raad van de Europese Unie |
Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken |
Nederlandse afvaardiging Raad van Ministers |
Mona Keijzer (CDA), staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat |
Invloed nationale parlementen
Nationale parlementen van de lidstaten kunnen binnen acht weken nadat de Europese Commissie een voorstel bekend heeft gemaakt, laten weten dat de Europese Unie zich niet met het onderwerp zou moeten bezighouden.
Vanuit het Nederlandse parlement zijn bij dit beleidsterrein betrokken:
Nederlands orgaan |
Verantwoordelijke |
---|---|
Tweede Kamer |
|
Eerste Kamer |
Eerste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) |
Betrokken bij uitvoering
Betrokken instantie EU/internationaal |
Verantwoordelijke |
---|---|
Directoraat-Generaal |
|
Agentschap |
|
Centrum |
|
Agentschap |
Europese Unie
Factsheet Europees Parlement
Wetgevingsoverzicht