De relatie EU-IJsland richt zich voornamelijk op economische betrekkingen en dan vooral visserij. Hierover zijn bilaterale overeenkomsten gesloten, dus afspraken met de lidstaten afzonderlijk. Het merendeel van de relatie EU-IJsland speelt zich af binnen de Europese Economische Ruimte (EER), waarvan IJsland sinds 1994 lid is. Verder neemt IJsland deel aan de EU agentschappen Europol en Eurojust.
Eerder speelde ook de mogelijke toetreding van IJsland tot de Europese Unie een belangrijke rol in de onderlinge relatie. IJsland vroeg op 16 juli 2009 officieel het lidmaatschap van de Europese Unie aan. Na toestemming van de Europese Raad en het Europees Parlement werden op 27 juni 2011 de onderhandelingen geopend, maar in juni 2013 besloot de IJslandse regering de onderhandelingen stop te zetten. In maart 2015 liet de IJslandse regering weten dat het land zich terugtrok als kandidaat-lidstaat.
Delen
Inhoudsopgave van deze pagina:
IJsland maakt onderdeel uit van de zogenoemde Noordelijke Dimensie, een kader waarmee de EU samenwerking met Noord-Europese landen wil verbeteren. De samenwerking op dit vlak begon in 1999 en werd hernieuwd in 2006. De Noordelijke Dimensie heeft de volgende doelen:
-
-het bevorderen van dialoog en concrete samenwerking
-
-versterking van stabiliteit, welzijn en intensieve economische samenwerking
-
-het bevorderen van economische integratie, concurrentievermogen en duurzame ontwikkeling
Handel
Omdat IJsland een grote speler is op het gebied van visproducten, heeft de EU er baat bij de handel hiervan in goede banen te leiden. In termen van waarde is IJsland na Noorwegen, China en Ecuador de grootste exporteur van vis en visproducten naar de EU. De EU gunt IJsland dan ook enkele belastingvoordelen bij de export van sommige producten, zoals kabeljauw.
Verdragen
De handel tussen de EU en IJsland wordt hoofdzakelijk gereguleerd door het bilaterale vrijhandelsakkoord dat gesloten werd met de Europese Economische Gemeenschap in 1972, en het verdrag over de Europese Economische Ruimte, dat van kracht werd in 1994. In de evaluatie van de relatie tussen de EU en de landen verbonden aan de EVA uit 2014 kwam nog wel naar voren dat de EU zich zorgen maakt over de walvisjacht door IJsland. De EU heeft IJsland dan ook opgeroepen om zich aan de internationaal geldende verdragen te houden.
IJsland had voor 2009 nooit het lidmaatschap van de EU aangevraagd. IJsland is sinds 1970 wel lid van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Sinds 1992 vormt de EVA samen met de Europese Unie de Europese Economische Ruimte (EER). De EER is ontworpen om de EVA-landen te betrekken bij de Europese markt zonder dat een lidmaatschap van de EU vereist is.
IJslandse bankencrisis
Eind 2008 werd IJsland zwaar getroffen door de kredietcrisis. Landsbanki, een belangrijke IJslandse bank, ging failliet en de waarde van de IJslandse kroon kelderde. De IJslandse bankensector stortte in en de werkloosheid steeg. IJsland moest onder andere hulp zoeken bij de Europese Unie om het hoofd boven water te houden. Veel spaarders uit Nederland en het Verenigd Koninkrijk die hun geld op de online spaarrekening Icesave van Landsbanki hadden staan, verloren hun geld. De centrale bank van IJsland weigerde aanvankelijk garant te staan voor de Icesave-tegoeden en spaarders hun spaargeld terug te betalen.
IJsland stond lange tijd afwijzend tegenover lidmaatschap van de Europese Unie en de eurozone. De wereldwijde economische crisis bracht hier verandering in. IJsland zocht financiële steun bij het IMF en de EU, en overwoog de euro in te voeren als wettig betaalmiddel. Daarvoor was lidmaatschap van de Europese Unie een vereiste.
Toetreding EU
In mei 2009 stelde de IJslandse regering het parlement voor om onderhandelingen met de Europese Unie over toetreding te starten. Een meerderheid was voor, waarna IJsland op 16 juli 2009 officieel het lidmaatschap van de EU aanvroeg. De Europese Commissie reageerde verheugd op het verzoek. Op 17 juni 2010 werd tijdens een Europese Top besloten de toetredingsonderhandelingen met IJsland te openen, waarmee IJsland een kandidaat-lidstaat werd.
Voor de Nederlandse regering was vergoeding van het spaargeld van Nederlandse Icesave-spaarders een belangrijke voorwaarde waaraan moest worden voldaan voordat ingestemd kon worden met toetreding van IJsland. Uiteindelijk ontving Nederland in augustus 2014 het resterende bedrag. Naast het Icesave-dossier was het visserijbeleid een groot struikelblok voor de toetreding tot de EU. De walvisvangst en de toegang tot de rijke visgronden rond IJsland voor Europese vissersvloten zijn van oudsher een lastig punt in de relatie tussen IJsland en de EU.
In aanloop naar de parlementsverkiezingen van 2013 bevroor IJsland de toelatingsgesprekken. De daaruit voorkomende centrumrechtse regering was tegen de toetreding, waarop de gesprekken niet meer werden hervat. In een brief gericht aan onder meer de Raad van de Europese Unie gaf de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken van IJsland in 2015 nadere toelichting op de IJslandse terugtrekking als kandidaat-lidstaat.