Het interinstitutionele nummer is een nummerreeks die binnen de Europese Unie toegekend wordt aan voorstellen voor regelgeving van de Europese Commissie.
Hoe ziet het interinstitutionele nummer eruit?
Het interinstitutioneel nummer is als volgt opgebouwd:
jaar |
/nummer |
(code) |
Zo heeft bijvoorbeeld het voorstel van de dienstenrichtlijn als interinstitutioneel nummer: 2004/0001(COD)
Het nummer telt altijd 4 cijfers. Nummers onder de 1000 worden - zoals in het voorbeeld hierboven - aangevuld met extra nullen.
Alternatieve schrijfwijze
Bovenstaande annotatie wordt het meest gebruikt voor het interinstitutionele nummer. Een andere vaker voorkomende schrijfwijze is:
code |
jaar |
/nummer |
Hetgeen in de praktijk neerkomt op: COD 2004/0001.
Er zijn verder nog varianten waar de '()' weg wordt gelaten en wordt vervangen door een spatie, door een '/' of door een ':'. Het wisselen tussen gebruikte scheidingstekens komt in beide bovenstaande annotaties voor.
Dan zijn er ook varianten waar de extra nullen - indien nodig - niet worden toegevoegd.
In een enkel geval wordt de code helemaal weggelaten, hetgeen verwarring kan opleveren met het wetgevingsnummer.
Ieder interinstitutioneel nummer bevat een code. Die code verwijst naar de besluitvormingsprocedure die wordt gebruikt voor de behandeling van dat voorstel voor regelgeving.
ACC |
|
ACI |
Besluiten binnen het interinstitutioneel akkoord |
APP / AVC |
|
CNS |
|
COD |
Gewone wetgevingsprocedure (voorheen: medebeslissingsprocedure) |
NLE |
|
PRT |
|
SYN |
Ieder nummer is uniek. Het wordt aan een voorstel toegekend wanneer de Commissie dat voorstel naar de Raad en het Europees Parlement stuurt.